MAASVALLEI I GRENSMAAS
Meers, Limburg
löss I rivierklei | rivierzand | riviergrind
Steen recept I: löss / rivierklei + rivierzand + riviergrind
Steen recept II: löss / rivierklei + rivierzand + riviergrind
Ruim tweehonderdduizend jaar geleden, stromen de voorlopers van de Maas en de Rijn in brede rivierdalen naar het noorden. De gletsjers gevormd in de voorlaatste ijstijd glijden vanuit het noorden de rivierdalen binnen en dwingen de rivieren naar het westen af te buigen. Van honderdtwintig duizend tot twaalfduizend jaar geleden, de laatste ijstijd is het noordelijk halfrond bedekt met enorme hoeveelheid ijs. De Noordzee valt droog en ziet eruit als een zandvlakte. De rivieren zijn woeste stromen die grote hoeveelheden gesteente, zand en klei afzetten. In die tijd wordt ons land tientallen meters hoger.
De invloed van de rivieren op het landschap is groot. Ze schuren, breken en transporteren. De kracht van het water is hierbij cruciaal voor het vervoeren van grind, zand en klei. Ook het heuvellandschap van Zuid-Limburg is voor een groot deel gevormd door rivieren en beken. Hier heeft stromend water door erosie diepe dalen gegraven en door afzetting van materiaal terrassen gevormd.
Rond 5250 voor Chr. werd de Maasvallei ontdekt door boeren die vanuit de Balkan op zoek gingen naar vruchtbare grond. De jagers-verzamelaars maakten plaats voor boeren die in kleine nederzettingen zich langs de maas gingen vestigen en gericht waren op landbouw en veeteelt. Zij verbouwden op kleine vruchtbare löss akkers gewassen als tarwe, gerst, linzen en erwten. Binnen en in de buurt van de nederzeting hielden zij hun vee zoals runderen, varkens, schapen en geiten. Deze eerste oerboeren worden de Bandkeramiekers genoemd. Hun aardewerk potten werden versierd met lijnvormige patronen.
De bandkermiekers woonden ongeveer 400 jaar langs de oevers van de Maas. De plotselinge verdwijning van de oerboer is nog steeds een groot raadsel.
"..Sinds de 19e eeuw is de maas middels allerlei cultuurtechnische werken van dammen en stuwen en waterkrachtcentrales etc. is het sediment vanuit Belgie genivelleerd tot nul’...."
Landschap:
In die tijd wordt ons land tientallen meters hoger.
Cultuurlandschap:
De plotselinge verdwijning van de oerboer (Bandkeramiekers) is nog steeds een groot raadsel.
Water:
Hoe wilder de stroom, hoe groter de meegesleurde stenen. Neemt de stroomsnelheid af, dan zakt alles naar de bodem. Als eerste grind en zand. Waar het water stilstaat, bezinkt de fijne klei.